Donkere bijen bevolken nu de site van Sagrex Lives

Sagrex beheert haar sites op een duurzame manier en doet er alles aan om zich in haar omgeving te integreren. De bescherming van de biodiversiteit is dan ook een van de belangrijkste aandachtspunten van de onderneming. Daartoe gaat Sagrex partnerschappen aan met natuurdeskundigen die acties uitvoeren voor de ontwikkeling van dier- en/of plantensoorten in de groeves.

Sagrex werkt sinds enkele maanden samen met Jean-François Bottequin, een lokale bijenhouder, in haar vestiging in Lives, in de regio Namen. In het najaar van 2022 plaatste deze bijenliefhebber een half dozijn bijenkorven met België endemische donkere bijen (Apis mellifera mellifera) op de site langs de Maas.

Hij vertelt enthousiast over zijn werk en zijn succesvolle samenwerking met Sagrex.

Waarom heeft u de locatie van Lives gekozen om uw bijenkorven te plaatsen?

De site van Lives, niet ver van mijn huis, is ideaal omdat het vol zit met middelen voor bijen. Tot nu toe heb ik alleen een paar kolonies opgezet, om te zien hoe ze zich op dit nieuwe terrein zullen ontwikkelen. Het zijn donkere bijen die natuurlijk voorkomen in België, goed aangepast aan het soms zeer wisselvallige weer in onze regio.

Worden deze bijen niet als agressief beschouwd?

Dit is een kritiek die hun tegenstanders vaak op hen hebben. Het is echter niet gerechtvaardigd. In augustus, wanneer ze worden aangevallen door wespen en horzels, zijn donkere bijen nogal defensief, wat een heel normaal en gezond gedrag is voor het voortbestaan van de kolonie. In oktober, als de druk afneemt, zijn ze weer heel zachtaardig. In ieder geval kan ik langs de bijenkorven lopen, ongeacht het weer, zonder dat ze agressief reageren.

Er zijn wilde bijen in de groeves. Kunnen zij samenleven met de door u geïntroduceerde soorten?

Uiteraard moet ervoor worden gezorgd dat er niet te veel concurrentie ontstaat tussen de wilde bijen en mijn bijen. Daarom heb ik kleine bijenkasten geplaatst in plaats van productiekasten. Toch is het terrein groot en beschikt het over voldoende middelen voor de verschillende soorten bijen. Bovendien kunnen donkere bijen tot 5 km van hun kast vliegen om stuifmeel en nectar te verzamelen. Beide bijensoorten co-evolueren dus op een terrein als Lives.

Is het mogelijk om het aantal bijen in een kolonie te schatten?

Dit hangt af van het type kast en het type bijen. In de winter telt een productiekast tussen 10.000 en 15.000 bijen. In het hoogseizoen, van april tot eind juli, kan dit aantal oplopen tot ongeveer 30.000 of 40.000, of zelfs meer, afhankelijk van het soort insect. Het is de taak van de bijenhouder om ruimte voor hen te maken door de korf uit te breiden. Het is uit deze elementen dat een deel van de honing wordt verzameld. Wordt dit werk niet gedaan, dan gaan ze zwermen: de helft van de kolonie vertrekt met de koningin om elders een nieuwe kolonie te stichten.

Hoe lang kan een bij leven?

Er zijn zogenaamde winter- en zomerbijen. De winterbijen leven enkele maanden in de kast en worden gebruikt om het slechte seizoen door te komen, terwijl de zomerbijen hooguit enkele weken leven. In de loop van hun leven veranderen de bijen van functie: voedster, wasser, bewaarder, enz. Dit betekent dat niet alle bijen op hetzelfde moment fourageren. Fourageren is de laatste fase van het leven van een bij en ze zullen zichzelf flink uitputten om te fourageren. De bijenkoningin kan gemiddeld 2 tot 3 jaar leven, soms 4 jaar en bij uitzondering tot 5 jaar.

Hebben bijen speciale zorg nodig in de winter?

Verrassend genoeg zijn bijen niet bang voor de kou. De bodem van de bijenkast is afgeschermd voor een goede ventilatie, want de bijen zijn banger voor vochtigheid dan voor kou. Ze groeperen zich om warm te blijven door de verzamelde honing te consumeren, met de koningin in het midden. In de winter, in het centrum van de cluster, is de temperatuur rond de twintig graden.

Wanneer is de honingoogst?

Twee keer per jaar: eind mei voor voorjaarshoning en half juli voor zomerhoning.

 

Sagrex heeft ook bijenkorven op andere sites. Dit is het geval in Quenast en Antoing.